Sekswerkers als werknemers: what else is new?

Vorig jaar werd op 3 mei 2024 de Wet houdende bepalingen betreffende sekswerk onder arbeidsovereenkomst goedgekeurd door het parlement. Waarom is dit nieuws? Wel, tot voor deze wet was het niet mogelijk dat sekswerkers aan de slag gingen onder een arbeidsovereenkomst. Ons land heeft hiermee een wereldprimeur te pakken: geen enkel ander land ging ons voor. Deze evolutie werd uitvoerig in de pers besproken, maar wat houdt het nu werkelijk in? De evolutie naar meer mogelijkheden voor sekswerkers is immers niet zo heel nieuw, aangezien al enkele jaren werd gewerkt aan hun statuut.

Lente Beernaert
Legal consultant
Werkingsjaar 2024-2025

De zelfstandige sekswerker

Het verhaal start grotendeels bij de decriminalisering die werd doorgevoerd in 2022, waardoor sekswerkers zelfstandig aan de slag konden gaan. Zichzelf prostitueren is in België immers nooit strafbaar geweest, maar de wetgever zorgde er wel voor dat het knap lastig was om het werk daadwerkelijk uit te voeren. Zo stelde artikel 380 van het Strafwetboek iedereen die diensten verleende aan de sekswerker tegen betaling strafbaar, en een professionele activiteit is onmogelijk uit te voeren als de persoon niet beschikt over bijvoorbeeld een professionele rekening of verzekeringen voor bepaalde risico’s.

Door de decriminalisering van deze derde personen, kon de sekswerker een professionele rekening openen en andere diensten genieten die nodig zijn voor het uitoefenen van het beroep. De zelfstandige sekswerker werd geboren.

Hiermee zijn echter nog niet alle uitdagingen voor zelfstandige sekswerkers van de baan. Het is algemeen bekend dat bijvoorbeeld financiële instellingen niet staan te springen om rekeningen te openen op naam van personen die de bank problemen kunnen opleveren bij het naleven van de antiwitwasregelgeving. Het fenomeen waarbij banken kiezen om aan deze ondernemingen geen rekeningen/leningen te verlenen staat bekend als derisking. Financiële instellingen passen hier het spreekwoord ‘voorkomen is beter dan genezen’ redelijk letterlijk toe.

Bijkomend, zoals menig zelfstandige weet, genieten zelfstandigen van een andere (op veel vlakken minder voordelige) sociale bescherming dan werknemers in loonverband. Het is vooral in dit kader dat de roep om een wettelijk kader omtrent het tewerkstellen van sekswerkers met een arbeidsovereenkomst luider werd. 

De sekswerker als werknemer

Die roep werd beantwoord door de Wet van 3 mei 2024 houdende bepalingen betreffende sekswerk onder arbeidsovereenkomst. Deze wet maakt de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 van toepassing op sekswerkers, behalve op de vlakken waarop de wet ervan afwijkt.

Deze wet voorziet, naast de mogelijkheid voor sekswerkers om tewerkgesteld te worden als werknemer, in een aantal beschermingen voor de sekswerker. Minderjarigen worden expliciet uitgesloten van het toepassingsgebied van de wet, net als flexi-jobbers. De strafwet verbiedt immers het vergemakkelijken, opwekken of begunstigen van de prostitutie van minderjarigen in artikel 417/25, en het aanwerven, meenemen, wegbrengen of bij zich houden van een minderjarige met het oog op het plegen van prostitutie in artikel 417/27.

Het is evenwel belangrijk om te weten dat deze wet enkel van toepassing is op sekswerk  zoals de wet dit definieert, namelijk: het verrichten van daden van prostitutie in uitvoering van een arbeidsovereenkomst voor sekswerker. De parlementaire voorbereidingswerken verduidelijken dat onder ‘daden van prostitutie’ enkel seksuele handelingen met fysiek contact vallen. Deze wet is dus niet van toepassing op louter digitale diensten, pornografie of stripteases.

Rechten van de sekswerker

Ten eerste kan een sekswerker niet gedwongen worden om een prostitutiehandeling uit te voeren. Hij of zij heeft steeds het recht om seksuele betrekkingen met een klant of het verrichten van bepaalde seksuele handelingen te weigeren, de seksuele activiteit stop te zetten of onderbreken, en zelf voorwaarden op te leggen aan de seksuele activiteit of seksuele handeling. Wanneer er concrete aanwijzingen zijn dat de veiligheid of integriteit van de sekswerker zal worden geschaad door een daad van expositie, heeft hij/zij tevens het recht te weigeren om deze daad te verrichten.

De uitoefening van deze rechten mogen niet worden beschouwd als een tekortkoming in de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in hoofde van de sekswerker, noch mag aan die uitoefening enig nadelig gevolg worden verbonden. 

Als de sekswerker in een periode van zes maanden meer dan tien keer gebruik heeft gemaakt van het recht om seksuele betrekkingen met een klant of het verrichten van bepaalde seksuele handelingen te weigeren, kan de werkgever of sekswerker de tussenkomst vragen van de door de Koning aangewezen dienst. Deze dienst onderzoekt dan of de werkgever de bepalingen inzake welzijn op het werk naleeft en hoort de betrokken partijen. De sekswerker kan zich hierbij laten bijstaan door een persoon naar keuze. 

Het is niet toegelaten voor de werkgever om enige nadelige maatregel ten aanzien van de betrokken sekswerker te nemen omwille van de uitoefening zijn/haar rechten. Wanneer wel dergelijke maatregel wordt genomen binnen de zes maanden na de uitoefening van het recht, moet de werkgever bewijzen dat deze maatregel op andere gronden gesteund kan worden. De sekswerker kan verzoeken dat de werkgever hem/haar schriftelijk in kennis stelt van de redenen die hebben geleid tot het nemen van de maatregel.

Gelijkaardig mag de werkgever de sekswerker niet ontslaan (eenzijdig een einde maken aan de arbeidsovereenkomst) om redenen die verband houden met het uitoefenen van zijn/haar rechten. Wanneer de werkgever een handeling stelt die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst gedurende een periode van zes maanden na de uitoefening van de rechten van de sekswerker, moet deze bewijzen dat het ontslag werd gegeven om redenen die vreemd zijn aan die uitoefening. Bijkomend worden alle handelingen die de werkgever stelt na deze periode van bescherming die ertoe strekken over te gaan tot ontslag, gelijkgesteld met een ontslag indien deze handelingen werden voorbereid tijdens de beschermingstermijn. De sekswerker kan ook in dit geval verzoeken dat de werkgever hem/haar schriftelijk in kennis stelt van de redenen die hebben geleid tot het ontslag.

Indien de werkgever een nadelige maatregel neemt binnen zes maanden of overgaat tot het ontslag van de sekswerker, en geen redenen kan voorleggen ter staving die vreemd zijn aan de uitoefening van de rechten van de sekswerker, zal die gehouden zijn een vergoeding te betalen. Deze vergoeding zal gelijk zijn aan zes maanden brutoloon. In het geval van het nemen van de nadelige maatregel kan de sekswerker naast de forfaitaire vergoeding kiezen om in plaats daarvan zijn/haar werkelijk geleden schade vergoed te zien. Bij een ontslag heeft de sekswerker boven op de forfaitaire vergoeding tevens recht op de gewone vergoedingen die verschuldigd zijn bij het verbreken van de arbeidsovereenkomst. 

Hoewel het duidelijk is dat een werkgever de arbeidsrelatie niet zonder gevolgen om om het even welke reden kan beëindigen, wordt wel bepaald dat de sekswerker het recht heeft om de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder enige opzegging of vergoeding voor de werkgever.

Erkenningsplicht werkgever

De werkgever moet een erkenning krijgen. Sekswerkers tewerkstellen zonder dergelijke erkenning leidt ertoe dat de werkgever het misdrijf pooierschap pleegt.

De voorwaarden voor erkenning worden opgesomd in artikel 14 van de wet van 3 mei 2024, en bevatten onder andere:

  • 1° de werkgever moet een rechtspersoon zijn die de rechtsvorm heeft van hetzij een besloten vennootschap, coöperatieve vennootschap, of een vzw. Natuurlijke personen kunnen in geen geval een erkenning bekomen;
  • 2° de werkgever moet een maatschappelijke zetel of bedrijfszetel in België hebben;
  • 4° de bestuurders mogen niet veroordeeld zijn als dader, mededader of medeplichtige tot een correctionele of criminele hoofdstraf, zelfs met uitstel, bestaande uit een gevangenisstraf, een geldboete, een werkstraf, een elektronisch toezicht of een autonome probatie, op grond van één van de misdrijven bepaald in artikel 14;
  • 5° de statuten van de vennootschap of van de vereniging moeten uitdrukkelijk vermelden dat alle rechten en vrijheden van de door haar tewerkgestelde sekswerkers zullen worden geëerbiedigd, in het bijzonder deze waarin de wet voorziet en met name de volgende rechten en vrijheden:
    • a) op geen enkel moment mag een sekswerker gedwongen worden om een prostitutiehandeling uit te voeren;
    • b) een sekswerker mag iemand als seksuele partner weigeren;
    • c) een sekswerker mag seksuele handelingen weigeren;
    • d) op elk moment mag een sekswerker een seksuele activiteit onderbreken of stopzetten;
    • e) een sekswerker mag zelf voorwaarden opleggen aan de seksuele activiteit of aan de seksuele handeling.

Artikel 17 van de wet stelt een aantal extra voorwaarden voorop die werkgevers moeten naleven bij het tewerkstellen van sekswerkers, waaronder een aantal bepalingen ter bescherming van de sekswerker:

  • 1° de werkgever mag de uitoefening van het werkgeversgezag en zijn verplichtingen ten aanzien van de personen die de sekswerkactiviteiten verrichten niet uitbesteden aan onderaannemers;
  • 2° de werkgever moet ervoor zorgen dat elke kamer van de inrichting waar sekswerk verricht wordt uitgerust is met een alarmknop en de sekswerker over een mobiele alarmknop beschikt die hem/haar onmiddellijk in verbinding stelt met de referentiepersoon, wanneer de sekswerker buiten de lokalen van de inrichting arbeidsprestaties verricht;
  • 3° de werkgever moet de toegang tot de lokalen waarborgen voor socio-medische organisaties die onafhankelijk van de werkgever werken en die gericht zijn op het welzijn van de werknemers, alsook voor de professionele verenigingen van sekswerkers, met inbegrip van de representatieve werknemersorganisaties.

In het KB van 20 oktober 2024 worden, ter uitvoering van artikel 17 van de wet van 3 mei 2024, bijkomende voorwaarden opgelegd die werkgevers moeten naleven. Een aantal daarvan bevatten tevens extra bescherming voor de sekswerker:

  • 1° De werkgever zorgt ervoor dat elke sekswerker het sekswerk kan verrichten in een veilige en hygiënische omgeving, ongeacht of het sekswerk wordt verricht in zijn inrichting of daarbuiten;
  • 2° De werkgever zorgt ervoor dat elke sekswerker kan beschikken over een kamer om het sekswerk te verrichten. Tenzij er andere bepalingen zijn die gunstiger zijn voor de sekswerkers, is de grootte van de kamer aangepast aan het soort dienst en bedraagt ze minstens 8m2 wanneer 2 personen tegelijkertijd aanwezig zijn in de kamer, en 9m2 wanneer 3 personen tegelijkertijd aanwezig zijn in de kamer, de sekswerker inbegrepen;
  • 3° De werkgever zorgt ervoor dat de volgende specifieke hygiënevoorschriften te allen tijde worden nageleefd, zonder kosten voor de sekswerkers:
    • a) er is voldoende schoon beddengoed en badlinnen ter beschikking van de sekswerkers. Onverminderd andere methoden die een gelijkwaardig niveau van hygiëne garanderen, worden het beddengoed en het linnen regelmatig gewassen;
    • b) de sekswerker beschikt over voldoende passende hulpmiddelen voor veilige seks, zoals condooms;
    • c) de sekswerker heeft toegang tot een douche met warm en koud water, in de kamer of in een nabijgelegen en daartoe specifiek bestemd lokaal;
    • d) de sekswerker beschikt over voldoende toiletartikelen, waaronder geschikte producten voor intieme hygiëne.

Wanneer een werkgever niet meer voldoet aan de voorwaarden voor erkenning of zich niet houdt aan de bepalingen die in de wet opgesomd zijn, kan de erkenning worden ingetrokken of geschorst. In het geval waarin de erkenning wordt ingetrokken zullen de sekswerkers die hij/zij tewerkstelt recht hebben op een opzeggingsvergoeding in overeenstemming met de bepalingen van de arbeidsovereenkomstenwet.

In de loop van de maand januari van elk jaar bezorgt de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg de lijst van erkende werkgevers aan paritair comité 302, dat bevoegd is voor sekswerkers.

What else is new?

Zoals deze bijdrage al duidelijk heeft gemaakt zijn er veel nieuwigheden in deze wet. Sekswerkers kunnen niet enkel aan de slag als werknemers, maar krijgen een aanzienlijke bescherming toegekend. Deze wet en haar uitvoeringsKB’s regelen uitvoerig de bescherming inzake het beëindigen van de arbeidsrelatie, het nemen van nadelige maatregelen door werkgevers, en de concrete arbeidsomstandigheden van sekswerkers.

Wel is er slecht nieuws voor studenten: ze krijgen niet de mogelijkheid om een arbeidsovereenkomst te sluiten voor sekswerk, en kunnen daardoor dus ook niet genieten van de beschermingen die in deze wet vervat liggen. (Leestip in dit verband: ROELAND J. en STRUYF P., ‘Beste rector, ze bestaan. Een internationale scoping review naar student sekswerkers’, Panopticon 2024/2, 146-165.) Mijns inziens is er geen wezenlijk verschil te vinden tussen een meerderjarige die kiest om voltijds aan de slag te gaan als sekswerker en een meerderjarige student die zich naar het sekswerk keert om een centje bij te verdienen.

Verder is het betreurenswaardig dat enkel sekswerkers die fysiek contact hebben met de klant de mogelijkheid krijgen om aan de slag te gaan onder een arbeidsovereenkomst. Er kan enkel worden gehoopt dat de wetgever werk maakt van een bijkomend kader voor de andere sekswerkers, hoewel dit voornemen niet meteen blijkt uit de voorbereidende werken van deze wet.

De vraag is ook of sekswerkers deze nieuwverworven rechten voor de toekomst kunnen behouden. Er werd immers een beroep tot vernietiging ingesteld bij het Grondwettelijk Hof in december van vorig jaar dat tot doel heeft deze hele wet uit het rechtsverkeer te doen verdwijnen. Één van de meest waarschijnlijke gronden waarop men dit beroep steunt is de overeenstemming van deze wet met het door ons land geratificeerde VN Verdrag van New York. Dit verdrag is abolitionistisch van aard en stelt de loutere handeling van prostitutie gelijk aan uitbuiting en vindt dat alle vormen van prostitutie moeten worden uitgeroeid. Het verplicht onder meer de staten die het ratificeren om elke persoon te bestraffen die:

  • een ander persoon voor prostitutiedoeleinden aanwerft, verleidt of wegneemt, zelfs met de toestemming van die persoon;
  • de prostitutie van een ander persoon uitbuit, zelfs met de toestemming van die persoon.

Het is duidelijk dat deze wet op een aantal punten wringt met dat verdrag, dat nochtans bindend is voor ons land. Er bestaat dus een kans dat we deze wet binnenkort niet meer als wereldprimeur kunnen opwerpen, of misschien wel, maar dan als de wet die maar eventjes een werknemersstatuut aan sekswerkers toekende.

Bronnen:

Wet van 3 mei 2024 houdende bepalingen betreffende sekswerk onder arbeidsovereenkomst, BS 6 juni 2024, 70643.

Koninklijk besluit van 20 oktober 2024 tot vaststelling van de procedure aangaande de erkenning van werkgevers die sekswerkers tewerkstellen, BS 4 november 2024, 125110.

Koninklijk besluit van 20 oktober 2024 tot vaststelling van de bijkomende erkenningsvoorwaarden in uitvoering van artikel 17, tweede lid van de wet van 3 mei 2024 houdende bepalingen betreffende sekswerk onder arbeidsovereenkomst, BS 12 november 2024, 126930.

Wetsontwerp houdende bepalingen betreffende sekswerk onder arbeidsovereenkomst, KAMER, 2022-2023, 22 maart 2024, nr. 3926/001, 8.

DETIEGE L., ‘Prostituees: van slachtoffers naar sekswerkers met sociale rechten’, Orde van de dag 2013/64, 67.

BOELS D., VERHAGE A. en BAUTERS D., ‘Prostitutie en informele economie: ‘met haken en ogen’. De paradoxale lokale aanpak van sekswerk’, Orde van de dag 2013/64, 6.

ROYER S., ‘Kamer keurt nieuw seksueel strafrecht goed’, Juristenkrant 2022/445, 1.

LAMBERT P., ‘Voortaan juridisch kader voor sekswerk’, SOCWEG 2024/11, 14.

VERMEULEN G. en NEELEN Y., ‘Van nu en straks; sekswerk. Nood aan decriminalisering en sociaalrechtelijke diversificatie en flexibilisering’, Panopticon 2018/39 (4), 314.

X., ‘Wereldwijde primeur voor ons land: sekswerkers krijgen recht op pensioen, zwangerschapsverlof en andere sociale rechten’, Nieuwsblad 2 December 2024.

JANVIER R. and DE WILDE I. (eds.), Synopsis van het Belgische sociaal recht – Socialezekerheidsrecht, Larcier Intersentia 2023.

Grondwettelijk Hof, Hangende Zaken: rolnummer 8385, https://www.const-court.be/nl/judgments/pending-cases (geraadpleegd op 25 februari 2025).

Scroll naar boven